Inspectie stuurkop
-
Hef de motorfiets en ondersteun hem met het voorwiel iets van de vloer. Zie het hoofdstuk De motorfiets heffen voor meer informatie.
CAUTIONZorg ervoor dat de motorfiets stabiel is wanneer hij wordt geheven. Er kan letsel ontstaan als de motorfiets kantelt of valt. -
Draai het stuur van stop naar stop. De actie moet soepel zijn, maar niet losjes. Zorg ervoor dat draden, slangen en bedieningskabels het soepele sturen niet hinderen.
-
Draai het voorwiel naar recht vooruit. Pak de voorvork vast bij de vooras en probeer het wiel van voor naar achter te bewegen. Als er beweging van voor naar achter is bij het balhoofd, neem dan contact op met uw dealer voor service.
-
Als het sturen stroef gaat, ruw of ongelijk aanvoelt, of als er beweging wordt waargenomen bij de stuurpen, neem dan contact op met uw dealer voor service.
-
Draai het voorwiel en controleer of de voorwiellagers soepel draaien. Als u ruwe of ongewone geluiden hoort, neem dan contact op met uw dealer voor service.
-
Draai het stuur helemaal naar rechts of links en houd het tegen de vorkstop. Probeer het voorwiel van de ene kant naar de andere te bewegen. Als er beweging wordt waargenomen, neem dan contact op met uw dealer voor service.