Installatie brandstoftank
-
Breng de brandstofleiding 1 op zijn plaats.
NOTICEDe brandstofleiding loopt onder het rechter subframe en boven de koelvloeistofslang.
-
Zet het stuur vast in de stand recht vooruit.
-
Breng alcohol, zeepwater of een rubbersmeermiddel aan op de isolatoren en laat de brandstoftank voorzichtig op de tankisolatoren zakken.
-
Sluit de brandstofleiding aan op de pomp, terwijl u de achterkant van de brandstoftank ondersteunt.
IMPORTANTControleer of de brandstofleiding goed op zijn plaats zit en vergrendeld is door te luisteren of u een 'klik' hoort wanneer u de leiding op zijn plaats drukt. Trek voorzichtig aan de snelkoppeling zodra deze goed vastzit om er zeker van te zijn dat een goede verbinding is gemaakt.
-
Sluit de elektrische connector van de brandstofpomp aan.
-
Sluit de brandstofleiding weer aan op de brandstofverdeler.
IMPORTANTControleer of de brandstofleiding goed op zijn plaats zit en vergrendeld is door te luisteren of u een 'klik' hoort wanneer u de leiding op zijn plaats drukt. Trek voorzichtig aan de snelkoppeling zodra deze goed vastzit om er zeker van te zijn dat een goede verbinding is gemaakt.
-
Monteer brandstoftankbevestigingsbouten 2.
TORQUEBrandstoftankbevestigingsbouten:
24 N·m (18 ft-lb)
NOTICEVul lege brandstoftank met 1,9 L (0,5 gal) brandstof. Vul het systeem om vast te stellen of de brandstofpomp juist is geïnstalleerd.

-
Sluit de ontluchtingsleiding van de brandstoftank en de aftapleiding van de tankdop aan 3.
-
Monteer het opvulstuk van de brandstoftank.
-
Laat het brandstofsysteem voorpompen door de motor-aan/uitschakelaar in- en vervolgens uit te schakelen. Controleer, zodra het systeem onder druk staat, zorgvuldig alle brandstofaansluitingen, verbindingen en leidingen op lekken.
-
Monteer de thermostaatdeksel en maak bevestigingsbouten 4 vast.
TORQUEBevestigingsbouten van de thermostaat:
11 N·m (96 in-lb)
-
Monteer het zadel.