Bandenspanning
Een onjuiste bandenspanning kan leiden tot onregelmatige bandenslijtage, defecte banden, een hoger brandstofverbruik en een slechte rijervaring. Het kan ook het rijgedrag en het remvermogen beïnvloeden.
Langzaam verlies van bandenspanning na verloop van tijd is normaal voor een goed functionerende band. Controleer altijd voor elke rit de bandenspanning en de conditie van de banden.
Controleer de bandenspanning voordat u gaat rijden, als de banden koud zijn. Dit geeft de meest nauwkeurige meting, omdat door het rijden de banden warm worden en de bandenspanning daardoor hoger wordt. Banden blijven warm tot minstens 3 uur na een rit. Pas de bandenspanning niet onmiddellijk na het rijden aan. Als banden afkoelen, daalt de druk en ontstaat er een te lage bandenspanning. Controleer en corrigeer de bandenspanning altijd wanneer de banden koud zijn.
Gebruik een luchtdrukmeter van goede kwaliteit in zakformaat om de bandenspanning op de aanbevolen spanning te brengen.